Blogopmaak

MISSIE GESLAAGD

okt. 15, 2023

Het heeft even geduurd, maar het is gelukt. Of eigenlijk: het gáát lukken, en wel zeer binnenkort. Farao Seti I, met harde kaft en zo’n 200 pagina’s dik, is vanaf 2 november te koop. Een eigen boek, uitgegeven bij een échte uitgever. Wie had dat ooit gedacht!! De totstandkoming van deze mijlpaal is een proces geweest van vallen en opstaan, en van een hoop “schrijfuren”, waar ik in dit eerste weblog kort op terug wil blikken.


Iets te ambitieus

Mijn schrijverij begon in 2009, toen ik voor de toenmalige kabelkrant in Enkhuizen korte wekelijkse stukjes mocht schrijven vanuit het perspectief van Nanda de nandoe, een van de bewoners van het plaatselijke hertenkamp – waar ik destijds meehielp de dieren te verzorgen. Achteraf gezien waren het enorm knullige stukjes, maar ik had de smaak van het schrijven wel meteen te pakken. Van het winterweer en dierenjargon tot staarten en mensentypes: de onderwerpen dienden zich vanzelf aan. In 2011 wilde ik een bundel van de columns uitbrengen, onder de titel Lotgevallen van een loopvogel, maar dat project liep uit op een faliekante mislukking. Ik had de interesse en m’n kunnen een beetje overschat. Het was achteraf een veel te ambitieus idee, met stukjes die lang nog niet goed genoeg waren. Hetzelfde gold ook voor een poging tot roman kort daarop, en voor stukjes die ik schreef over het nieuws, maar al het stuntelen in die jaren zorgde beetje bij beetje wél voor de nodige “schrijfmeters”, waardoor mijn teksten onbewust steeds wat beter (of minder knullig, dat is aan de lezer haha) werden.

Nanda de nandoe op de Enkhuizer kabelkrant (oktober 2009)

De aanhouder wint

Terwijl het me af en toe lukte om een ingezonden brief in kranten geplaatst te krijgen, begon ik in 2013 aan een artikel over de Egyptische farao Seti I. Ik wilde iets over deze bij het grote publiek onbekende Egyptische koning vertellen op een laagdrempelige toon, een beetje zoals de stukken in tijdschriften als Quest, maar helaas reageerden de bladen waarnaar ik het artikel opstuurde allemaal afwijzend. Onder het motto de aanhouder wint bleef ik er echter mee “leuren” en dat had succes, want Archeologie Magazine was wél geïnteresseerd en heeft het stuk uiteindelijk in het najaar van 2015 als tweeluik geplaatst. In de jaren daarna heb ik vaker met artikelen in het blad gestaan (10 stuks inmiddels), alsmede met enkele stukken op hun website, en in de tussentijd bleef ik zo nu en dan ook brieven en opiniestukken insturen naar kranten.

Een van mijn artikelen voor Archeologie Magazine (april 2020)

Schiften, schrijven en schrappen

In 2017 leek het me een leuk idee om een bundel te maken van een aantal losse Egypte-artikelen, maar ook dat idee strandde. De reden? Het was te veel los zand, er zat niet echt één rode draad in. Jammer natuurlijk, maar het zette me wel aan het denken. Want wat nou als ik zou proberen om een boek te schrijven over één vastomlijnd onderwerp? Zou Seti zich daar misschien voor lenen? In de jaren die daarna volgden heb ik korte tijd vrijwilligerswerk gedaan bij het plaatselijke IVN (persberichten schrijven) en stopte ik op het hertenkamp na jaren van onzekerheid en gedoe, maar temidden van dat alles ben ik altijd bezig gebleven met mijn grote Seti-project. Het was een hele hoop leeswerk, heel veel schiften, schrijven en schrappen, maar gaandeweg de tijd kreeg het steeds meer vorm. Wat begon als een vaag idee, als wellicht opnieuw een overschatting van mezelf, begon steeds meer op een kansrijk manuscript te lijken. Maar was het genoeg?

Het pand van o.a. uitgeverij Walburg aan de Prinsengracht in Amsterdam (juli 2022)

Gesprek in grachtenpand

De drempel om er bij een uitgever doorheen te komen ligt natuurlijk hoog. Een boek moet inhoudelijk kloppen en de tekst moet goed leesbaar zijn. Om wat beter beslagen ten ijs te komen liet ik mijn hoofdstukken daarom nalezen door egyptoloog Huub Pragt (zijn oordeel: “zorgvuldig” en “evenwichtig”), en voor een ‘taalstempel’ stuurde ik een stukje van het boek naar het genootschap Onze Taal (hun oordeel: “mooi verhalend, levendig, we lezen er graag in door”). Met die positieve berichten in de hand volgde voorjaar 2022 het misschien wel spannendste deel van elk boekenproject: uitgeverijen mailen. Ik had een adres gekregen van een potentiële uitgever, maar die wees het meteen af. Op zo’n moment zakt de moed je wel even in de schoenen, maar dat zou van korte duur zijn, want Walburg Pers, die ik daarna mailde, wilde er wél naar kijken. En zowaar: ze wilden het ook uitgeven!! Na een gesprek in een chique Amsterdams grachtenpand, het nodige gesleutel aan de tekst (terechte punten overigens), een zoektocht naar foto’s, het aanschrijven van fondsen en het nakijken van drie proeven is het boek inmiddels helemaal klaar, met opmaak en al. Het zal worden gedrukt in een oplage van zo’n 1000 stuks en vanaf 2 november kan iedereen het kopen, in de winkel of online. Ofwel: schrijfmissie geslaagd, wat ooit begon met knullige kabelkrantstukjes is uitgegroeid tot een écht boek bij een échte uitgever!! En nu? Op naar een tweede boek!!  (maar eerst nog even genieten van nummer een!!)

Dit is hoe de kaft van mijn boek eruit zal zien, de titel in rood en mijn naam in blauw!!

Share by: